zaterdag 25 mei 2013

MOOI OF LELIJK?




Mijn belangstelling voor het onderwerp schoonheid binnen de kunst komt door mijn eigen vragen over dit begrip sinds ik op de kunstakademie heb gezeten.
Door het lezen van het boek van Hans den Hartog Jager, zag ik hoe tijdgeboden het begrip schoonheid in de kunst is.
Ik vind dit zo’n essentieel onderwerp binnen de kunst, dat ik hieraan aandacht wil besteden bij KunstLokaal.
Samen met een kunstenaar die de manier waarop we kijken naar kunst wil laten zien, willen we dit begrip gaan toelichten.

Hieronder alvast een stukje tekst, wat het uitgangspunt is van de lezing.
De geschiedenis begint met het ontstaan van het klassieke schoonheidsideaal uit de Oudheid, dat als absoluut en onveranderlijk werd gezien.
De verandering begon bij Kant, die waarschijnljk als eerste stelde dat de toeschouwer zelf bepaalt wat mooi is, en die als grondlegger wordt gezien van de l’art pour l’art stroming.
Bij Friedrich en Turner zie je  het ontstaan van sublieme kunst, die behalve schoonheid ook de kwetsbaarheid van de mens uitdrukte.



De latere avant gardistische stromingen gingen steeds verder  met het afbreken van het begrip schoonheid binnen de kunst, b.v. de dadaïst Duchamp met zijn idee dat alles kunst was.
Rothko en Newman zijn representanten van sublieme kunst in de twintigste eeuw.
Uiteindelijk kom je uit bij het conceptualisme.
De terugkeer van schoonheid is te goed te zien in de werken van Eliasson.
In deze tijd blijkt er weer ruimte te zijn voor sublieme kunst. Deze kunstwerken 
confronteren de mens met zijn kwetsbaarheid, maar geven tegelijkertijd troost door de schoonheid van het werk.